comedy en hoe het begon

Hoe ik in stand-up comedy terecht ben gekomen is eigenlijk een maf verhaal.

Begin jaren 90 mocht ik een programma-idee inleveren voor het jongerentelevisieblok van de KRO, destijds onder leiding van Gabriël Maassen en als ik me niet vergis tegenwoordig actief in de cultureel-educatieve wereld. Blijkbaar zocht men nog naar een programma(-onderdeel) dat zich heel specifiek richtte op – toen al – de moeilijkste doelgroep: pubers. Ik kwam met DE OPLOSSER, een kort sketchprogramma met als ondertitel iets in de trant van “met absurde oplossingen voor absurde problemen van niet-bestaande pubers”. En met onderwerpen als “hoe lul ik mijn ouders onder de tafel” en “hoe masturbeer ik (stiekem)”. Gabriël was geïnteresseerd en gaf me groen licht. Ik hoefde alleen nog een team met goede sketchmakers te hebben.

Toeval wilde, dat ik Dolf Jansen niet lang daarvoor had leren kennen via Chantal Wessels. Zij kwam ook uit mijn geboorteplaats en met haar had ik in een tweetal bands gezeten. Haar vader Leen was (en is) een grote VARA-jongen en ik zocht voor mijn HKU-afstudeerproject iemand die het gebed uit de beroemde Beeldreligie-sketch uit 1964 (VARA, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer) wilde overdoen. Die sketch zorgde destijds voor enorme ophef (Kamervragen en bedreigde progammamakers). Anyway, via Chantal kreeg ik Dolf zover dat voor mij te doen en kon ik dat onderdeel van mijn examenproject invullen.

En toen ging het snel. Dolf begon net met zijn cabaretpartner Lebbis (Hans Sibbel) bekend te worden, dus die kwam er ook bij. En binnen een week ook Thomas Acda, Raoul Heertje en Eric van Sauers. En voor de gelegenheid noemden we onszelf Humorists Anonymous (HA). Na een aantal hilarische brainstormavonden in een Amsterdams cafeetje aan de Kinkerstraat, een week lang opnames in een omgebouwde kerk in de Utrechtse binnenstad en een tijdje monteren in Hilversum konden de zeven afleveringen uitgezonden worden, ook al hadden we er acht gemaakt, maar eentje werd afgekeurd omdat er godverdomme werd gezegd (jaja, dat was de KRO toen).

Oja, hoe kwam ik in stand-up comedy terecht? Nu komt het. Tijdens die opnames begon Raoul te vertellen over zijn plan om als eerste een echte Nederlandse stand-up comedygroep te beginnen. En of ik ook zin had om me aan te sluiten. “Nou, ik hoef niet zo nodig dat podium op om grapjes te vertellen, laat mij maar achter zo’n camera mijn verhaal vertellen.” En toen was het opeens tien jaar later. Ik liep door het AKN-pand (de KRO was net gefuseerd) en kwam iemand uit De Oplosser-tijd tegen. Of ik niet nieuwe afleveringen wilde maken?

Ik spreek af met Raoul en Thomas in het inmiddels welbekende Toomler. Het was tof om ze weer eens te spreken, vooral ook omdat ze inmiddels boven aan de humorvoedselketen stonden (en ik eindelijk ook mijn aan Thomas uitgeleende trompet terug kon krijgen). Helaas konden ze door hun agenda’s niet meewerken aan doorstart van De Oplosser, maar ik was vrij om het met anderen te doen, aangezien het een oorspronkelijk idee van mij was. “Oh, en by the way,” zei Raoul plots, “het is nu open mic, dus zin om wat te doen?”

Voor ik kon antwoorden was Raoul het podium opgeklommen en begon mij aan te kondigen. Ik weet niet hoe, maar ik wist het een paar minuten uit te stellen. In die tijd heb ik ik-weet-niet-hoeveel vaasjes achterover geslagen en ben het podium opgegaan. En nee, het was niet goed. Ik ging zoals dat heet helemaal dood. Het enige wat ik wist te doen was materiaal vertellen dat ik kende van een Comic Relief-dvd. Na mijn “optreden” sprak Ronald Goedemondt me hoofdschuddend aan: “Gast, dat is gewoon materiaal van Comic Relief, maar dan vertaald in het Nederlands!” Hij had helemaal gelijk: een gejatte set doen, laat staan als debuut, dat is als schijten in een kerk. Zonder door te spoelen.

Maar weet je, het virus had me vanaf moment. Op de terugweg zag ik een billboard met de oproep voor deelnemers aan het Stand-up Comedy Concours, een nieuw onderdeel van het Amsterdams Kleinkunst Festival. Ik heb de contactgegevens opgeschreven en de volgende dag me aangemeld. Lang verhaal kort: ik heb het tot de finale gehaald. Met eigen materiaal. En inmiddels, na lid geweest te zijn geweest van het Amsterdamse collectief The Comedy Explosion (met als thuisbasis het Comedytheater aan de Nes) ben ik met het mede door mezelf opgerichte Utrechtse Comedyhuis vanaf 2009 te keer met o.a. shows in onze eigen club in de Kargadoor of in TivoliVredenburg (waar niet te vergeten elk jaar ook ons eigen tweedaagse Utrecht International Comedy Festival plaatsvindt). Tot ik in mei 2018 besloot dat ze het ook wel zonder mij konden, zodat ik me eindelijk weer eens goed heb kunnen focussen op mijn eigen ontwikkeling.

Zo ben ik dus als comedian begonnen en bezig. En De Oplosser 2 is er nog niet van gekomen…